donderdag 5 juni 2014

De Ondergang van een Volkscultuur deel 2

 
Zondagsrust
Spakenburg in Nood
 
Deel 2 - Op woensdag 20 juli 1932 werd geschreven: Nu de Zuiderzee is afgesloten en weldra de laat­ste bot en de laatste garnaal uit brakkig water zijn overgegaan in de visschersbun, staan de oude stadjes en dorpen langs onze binnenzee voor de lang gevreesde crisis, zal het adem-benemend "Wat nu ?" er spoken om de verweerde gevels. Nu deel 2 van het verhaal.

De groote aantrekkelijkheid van Spakenburg is, zooals wij reeds zeiden, de vrouwenkleedij, welke een nauwe verwantschap vertoont aan Hierden en Nunspeet en ook aan de nog gave dracht van Staphorst en Rouveen. Kenmerkend zijn de kra­lap en de slippenkolder. De kralap is een breede stijve kap van wit katoen met roode bloemen, hóóg welvend over de schouders tot halverwege de borst. De slippenkolder is een lijfje zonder mou­wen, waaraan van achteren met een koperen haak de drie rokken en het schulkje (schortje) worden bevestigd of in letterlijken zin: opgehangen. Onder den kralap steken de rood-geruite boormouwtjes uit, die tot op den elleboog reiken. De muts be­staat uit drie deelen: een zwarte ondermuts, ge­breide tusschenmuts en kanten overmuts, waarbij het haar, dat vroeger glad werd weggestreken, thans naar Urker wijs op het voorhoofd komt uit­bollen. Bij het costuum hoort verder nog een hals­doek, welke ter hoogte van de taille wordt vast­gestoken.
Ten doode opgeschreven...........
   De kleeding der jonge meisjes wijkt in zooverre af van die der oudere, dat zij onder den slippen­kolder een gekleurd, zelfgebreid rokje dragen en meestal een donker of Friesch bonten schulkie. In plaats van de kanten muts dragen zij een "pluum" op het hoofd: een satijnen muts met dikken fran­jerand van sajet.
De kleur van den kralap wisselt sterk. Bij lichten rouw is zij lila, bij zwaren rouw wit en daar de Spakenburgers bijna alle verwant of bevriend zijn, met sterk ontwikkeld saamhoorigheidsgevoel, zijn meestal de donkere kralappen sterk vertegenwoor­digd.

Brandhout in overvloed .......

    Een eigenlijke mannendracht kent Spakenburg niet meer. Vroeger droeg men er het oud-Holland­sche donkerblauwe wambuis met lichtblauwe om­slagen; tegenwoordig zijn de gestreepte boeze­roens en lange zwarte broeken nog in de mode, heel sober en heel eenvoudig. De kleinen méér dan de groeten staat de stemmige dracht toch lang niet kwaad.
Spakenburg is tot in deze dagen nog volop vis­schersdorp. Ruim twee honderd botters liggen er ordelijk gemeerd in het dubbele havenbassin, de kuilen en fuiken hóóg getrokken langs den mast, de vleugels eender ge­richt uit den wind, die er zoo straf kan blazen over de zee en het vlakke land. Nog vormen die schepen en dat bonte tuig den achtergrond van dit volksleven, van den eigen aard en de eigen tra­dities, maar zij hebben voor de pientere knapen, de ferme, eigen-gereide vrouwen geen toekomst meer.

De ononbeerlijke "achtergrond"van het Spakenburger
volksleven: de botters, de netten, de zee.....

Maar wat dan wèl ? Ja, wàt dan wel? Het is een spanning en een benauwing als in een uitgehonger-de veste, die op gena of ongena voor den overmachtigen vijand moet zwichten. Het geeft veel stof tot triest ge­peinzen, nu in dit zomer­tij, als men er dwaalt in den lauwen avond langs de havens naar den een­zamen lichtopstand. Ach­ter baden de huisjes nog in het late licht, rozig en goud, kruipen lange schaduwpartijen door straten en slopjes; vóór ligt de breede plas, uitge­maald in teerste kleuren: paars tot diepblauw, met breede okervlekken onder strak-gespannen hemel. De rust, de verdroomde stilte, is er dan zoo vreemd en onbegrepen en over het smal-gerekte paalhoofd hangt een vage weemoed als het wach­ten op oude, vertrouwde dingen, die nooit meer gaan gebeuren.
 

Arm Spakenburg, wat zal er van je worden ?

 

 
Leen Bakker
Geplaatst door L.J.A.Bakker

http://knipselsuitkranten.nl

http://www.grijsvuur.nl

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter