woensdag 8 augustus 2012

Gemeentekas Baarn geplunderd

Dirk Burggraaf (1845-1927)
Gemeente-Ontvanger
Het is 1898 en Baarn staat op zijn kop. De gemeentekas is geplunderd en het is een raadsel hoe dat precies gebeurd is. Aan de hand van historische kranten op de website van de Koninklijke Bibliotheek proberen we het gebeuren te reconstrueren.

In de landelijke dagbladen wordt verslag gedaan van de gebeurtenis:

10 maart 1898
"Hoe deze diefstal heeft kunnen gelukken is onbegrijpelijk. De gemeente-ontvanger, de heer Dirk Burggraaf, woont in een deel van het gebouw, waarin tevens het gemeentehuis gevestigd is. Aan de achterzijde van dat huis bevindt zich een tuin, waarop de ramen van de achterkamers uitkomen. De heer Burggraaf vermoedt, dat één dier ramen is opgeschoven en de dief daardoor in huis gekomen is. Eenmaal binnen zijnde,is hij een hooge trap opgeklommen, is eene kamer doorgegaan, waar de drie volwassen dochters van den heer Burggraaf sliepen en heeft aldus de slaapkamer van dezen laatste bereikt. Uit de op een stoel liggende pantalon heeft hij den sleutelbos genomen, is langs denzelfden weg weder naar beneden gegaan en heeft zich begeven naar het vertrek waar de brandkast stond. In dat vertrek lagen twee honden. Hoe het den dief gelukt is dezen te doen zwijgen, is een raadsel. Met den gewonen sleutel heeft hij de brandkast geopend en de zich daarin bevindende bankbiljetten, tot een bedrag van f 10.000,- ontvreemd.
Toen de heer Burggraaf 's morgens ontwaakte, bemerkte hij, dat zijne sleutels verdwenen waren. Hij snelde naar beneden en vond de brandkast openstaan, terwijl de sleutel nog in het slot stak. Deze was, zeker om minder geraas te maken, van den ring afgenomen die met de overige sleutels op den grond lag. In de gang en op het kantoor waren vetvlekken merkbaar, ten gevolge van het afdruipen van een waskaars.
Zooals we zeiden, vermoedde de heer Burggraaf dat de dief door één der achterramen in huis gekomen is. Waarschijnlijker is het, dat hij zich in heeft laten sluiten en door de gewone deur het huis verlaten heeft. De wind toch stond juist op de achterzijde van het huis. Bij het openschuiven van het raam zouden de talrijke, op een tafel liggende papieren er af en door elkander gewaaid zijn, terwijl deze 's morgens nog in volmaakte orde gerangschikt lagen.
Dinsdagochtend heeft de justitie ter plaatse zelve een onderzoek ingesteld."

Tot zover het krantenbericht. De strekking van het bericht is duidelijk. De brandkast waarin het geld van de gemeente Baarn bewaard werd is met de sleutel van de gemeente-ontvanger geopend. De gemeente-ontvanger, dhr. Burggraaf, vermoedt dat het om een insluiper gaat, die de sleutel gevonden heeft en de kluis geopend. Met een bedrag van f 10.000,- is de insluiper er vandoor gegaan.

Dirk Burggraaf woonde in een gedeelte van het gemeentehuis. Daarbij denkt u wellicht aan het gebouw aan het begin van de
Laanstraat. Dat gebouw werd echter pas in 1908 in gebruik genomen. Daarvóór was het gemeentehuis gevestigd
 in het St. Nicolaasgebouw aan de Hoofdstraat in Baarn. Het postkantoor was daar ook te vinden. Het gebouw is nu
verdwenen en op die plek vinden we nu de bibliotheek.

Tijd om dhr. Burggraaf even voor te stellen:
Dirk Burggraaf werd geboren op 25-6-1845 te Schoonrewoerd, als zoon van veldwachter Pieter Burggraaf en Marretje Boekelman. In 1872 trouwt hij met Maaike van der Mijden. Dirk wordt klerk ter secretarie in Brummen. Op 15 juni 1872 vertrekt hij naar Baarn om daar gemeentebode / gemeente-ontvanger worden. Kort daarna werd hij benoemd als gemeentesecretaris. Die taak zou uit uitvoeren naast zijn functie als gemeenteontvanger, maar in 1895 wordt hem dat teveel. De gemeente groeit gestaag, de bevolking is in dat jaar al 6000 inwoners groot. Dirk vraagt eervol ontslag aan als gemeentesecretaris. Dit werd hem verleend en dhr. G. Merkesteijn zou hem opvolgen. Gemeente-ontvanger bleef Burggraaf wel. Zijn salaris werd met f 200,- (per jaar) verhoogd. In 1897 viert Dirk Burggraaf zijn 25 jarig ambtsjubileum. De burgemeester van Baarn, dhr. De Beaufort, hield tijdens de raadsvergadering een hartelijke toespraak en namens de Raad werd hem een fraai notenhouten cylinderbureau met stoel aangeboden.
Het leek Dirk Burggraaf voor de wind te gaan, maar met het verdwenen gemeentegeld, een jaar na deze feestelijke gebeurtenis, kwam daaraan snel een eind, want al snel werd Dirk zelf verdacht.

11 maart 1898
Volgens de berichten is vandaag nog niet veel duidelijk geworden over de geheimzinnige verdwijning van het geld. Vandaag werden de huisgenoten en het kantoorpersoneel van de gemeente-ontvanger gehoord. Verder werd de gemeente-ontvanger zelf en een wegwerker, die 's morgens belast is met het aanleggen van de kachels, door de rechter-commissaris ondervraagd. Morgen (12 maart 1898) zal de zaak ook in de gemeenteraad ter sprake komen. 
Een verslaggever van het N.R.C. schrijft dat de zaak voor de gemeente-ontvanger zelf zeer bezwarend lijken. Hij geeft daarbij wel aan dat justitieel onderzoek afgewacht moet worden, voordat conclusies getrokken worden. Een andere verslaggever benadrukt dat, hoewel Burggraaf de schijn tegen heeft, zijn verhaal over de insluiper zeker voor mogelijk gehouden moet worden. Het venster waarover hij sprak wordt 's nachts niet gesloten, de trap en de kamervloeren kraken niet, de slaapkamerdeuren staan 's nachts open, de stoel met de pantalon waarin de sleutels zaten staat vlakbij de kamerdeur. Dat de gemeente-ontvanger zijn werk al meer dan 25 jaar uitvoert mag ook niet vergeten worden.
Intussen is gebleken, dat het gestolen bedrag geen f 10.000,- bedraagt maar zelfs bijna f 17.000,-, alles bankpapier. Het gaat hierbij niet alleen om gemeentegelden. Burggraaf is ook secretaris-penningmeester van verschillende waterschappen. De gelden hiervan worden ook in dezelfde brandkast bewaard. De opengescheurde enveloppen waarin de gelden van de waterschappen zaten lagen voor de brandkast. De gezamenlijke inhoud van die enveloppen bedroeg 14 dagen geleden nog f 34.000,-.
Het feit dat de insluiper zo handig de weg wist in huis, is wellicht te verklaren uit het feit dat het gemeentehuis, waarvan Burggraaf een gedeelte bewoont, elk jaar wordt opgeknapt. Die werkzaamheden worden elk jaar aan een andere aannemer gegund, zodat vele werklieden inmiddels de weg kennen. Drie weken geleden nog weigerde het slot van de brandkast. Er is toen een smid bijgehaald om het slot open te steken.
Wat de honden betreft, het gaat hier om een grote en een kleine hond. De grote hond blaft zelden, de kleine is een waaks keffertje. Het was echter een zeer stormachtige nacht. Het kantoor is beneden vóór in het gebouw. De slaapkamers boven achter in het gebouw. Het is zeer wel mogelijk dat het geblaf daardoor niet gehoord is. Een poort die toegang geeft tot de tuin achter het gemeentehuis, vertoont sporen van overklimming. De deurkruk is zichtbaar verbogen. De huisgenoten van Burggraaf verklaarden dat de deurkruk enige dagen daarvoor nog recht was.

Bovengenoemde theorie is gunstig voor Burggraaf. Toch verschijnt navolgend bericht in de krant:

Baarnse gemeenteambtenaren  in 1897, een jaar voor de
geldverduistering. V.l.n.r. J.L.A. van Dijk, (ambtenaar ter
secretarie), J.C.F. d'Aulnis de Bourouillon (gemeentearchivaris)
P.H. Burgraaf (1e ambtenaar tresoor, zoon van Dirk Burggraaf),
J.A. Sandberg (ambtenaar tresoor), D. Burggraaf (gemeente-
secretaris, hoofdpersoon in dit verhaal)
13 maart 1898
Men meldt uit Baarn: Gisteren is de gemeente-ontvanger door den raad geschorst wegens nonchalance.

Nonchalance wordt als reden opgegeven, dus hij wordt er niet van beschuldigd, het geld zelf verduisterd te hebben. Twee dagen later wordt duidelijk wat met nonchalance bedoeld wordt.

15 maart 1898
Omtrent de zitting van den gemeenteraad van Baarn, waarin in behandeling kwam de geheimzinnige diefstal ten kantore van den gemeente-ontvanger, wordt nog gemeld dat het voorste van B. en W. tot schorsing van den ontvanger voor onbepaalden tijd, ook gegrond was op het feit, dat er een tekort in de kas was. B. en W. werden gemachtigd tot tijdelijke opneming van het geld, en wel tot een maximum van f 10.000,- tegen 3,5pct. (pari). Op het oogenblik is er f 2.300,- aan onbetaalde mandaten. B. en W. zullen dit jaar geen publieke werken doen uitvoeren. De schorsing van de ontvanger is zaterdag (12 maart 1898) ingegaan. Het precieze bedrag dat vermist wordt is vastgesteld op f 16.357,635.

Blijkbaar werd met nonchalance bedoeld, dat er een onverklaarbaar tekort in kas was. De boeken klopten niet. Maar in het stuk staat dat OOK de reden van schorsing is. Blijkbaar wordt vermoed dat er meer aan de hand is, dan alleen nonchalance. Weer een dag later wordt het vermoeden dat Burggraaf zelf achter de verduistering zit hardop uitgesproken.

16 maart 1898
De gemeente-ontvanger van Baarn, Dirk Burggraaf, is naar de gevangenis te Utrecht overgebracht, onder verdenking van, als ambtenaar, omstreeks f 16.000,- uit de gemeentekas te hebben verduisterd.

Burggraaf is in de aap gelogeerd. Een man met zo'n lange staat van dienst wordt vastgezet in de gevangenis in Utrecht. Intussen onderzoekt justitie de boeken en komt tot de volgende conclusie:

18 maart 1898
Bij het onderzoek der justitie omtrent de administratie van den geschorsten gemeenteontvanger te Baarn, is o.a. gebleken, dat de heer Burggraaf in 't begin van Januari een bedrag van omstreeks f 1000,- had geïnd en niet verantwoord. Tot deze ondekking waren B. en W. ook reeds gekomen en de ontvanger wist daaromtrent geen verklaring te geven. Ook de kassen der waterschappen de Pijnenburger Grift en de Drie Zielen, waarvan Burggraaf penningmeester was en die eveneens in de gemeentelijke brandkast waren bewaard, zijn verdwenen. het eerste waterschap lijdt daardoor een schade van f 1150,-, het tweede eene van f 200,-.

Een pijnlijke situatie. Met algemene stemmen wordt in de Raad besloten dat Burggraaf ontslagen wordt:

19 maart 1898
Het reeds vermelde ontslag van den gemeente-ontvanger geschiedde met algemeene stemmen, op grond van groote wanordelijkheden in de administratie. De ontslagene zal nog tot einde December de jaarwedde blijven genieten. De heer A.H. Nieuwekamp, te Brummen, treedt reeds maandag in functie als vervanger voor de heer Burggraaf. De aanstelling is evenwel nog voorlopig, maar zal aanleiding kunnen geven tot definitieve benoeming. De te stellen borgtocht is van f 6000 tot f 8000 verhoogd.

Het artikel maakt er dus melding van, dat Burggraaf zijn salaris tot eind van het jaar zal blijven ontvangen. Later volgt rectificatie. Niet Burggraaf ontvangt zijn salaris, maar zijn gezin. Bovendien wordt alleen salaris uitgekeerd over de periode dat Burggraaf gewerkt heeft. Over de periode daarna wordt gedacht aan een toelage, maar "er kan nimmer eene jaarwedde uitbetaald worden, waarvoor geen diensten zijn gepresteerd". Met andere woorden, het gezin zit zonder inkomen. Wellicht maken ze nog kans op een toelage.

De Gemeenteraad van Baarn in 1897, een jaar voor de gebeurtenissen rond Dirk Burggraaf. Deze mannen moesten (moeilijke)
beslissingen nemen rond de verdachte gemeente-ontvanger. Staande, v.l.n.r.: Mr. F. Pen, J.H. Mulder, H. Velaars, G. van Leersum,
H. Sweris, R.R.H. toe Laar, W. van Oosterom., G. van Merkestijn, gemeentesecretaris. Zittend, v.l.n.r.: Jhr L.D. Rutgers van
Rozenburg, J.J. Goseling, wethouder, Jhr L. van Beyma.

29 maart 1898
De voorloopige hechtenis van den heer B., ontslagen gemeente-ontvanger, is weder met drie weken verlengd. Het onderzoek omtrent de administratie van den heer B., kan zich slechts uitstrekken over het loopende belastingjaar, daar de registers van inkomsten en uitgaven betreffende de vorige jaren door den heer B. niet bewaard schijnen te zijn. Volgens de boeking van den heer B., zou tusschen 7 januari (laatste kasopneming) en 8 maart (datum van den diefstal) omstreeks f 6000 aan hoofdelijken omslag zijn ontvangen; daar het jaarlijksche bedrag slechts f 10.000 bedraagt is er twijfel gerezen omtrent de juistheid dier boeking. In verband daarmee zijn door den burgemeester alle aanslagbiljetten opgevraagd.


Adriaan Nicolaas Johan
 van Rossem (1863-1921)
de nieuwe gemeente-ontvanger
De problemen stapelen zich op voor Burggraaf. De boeken van de afgelopen jaren zijn verdwenen en boekingen van dit jaar worden in twijfel getrokken. De nieuw aangestelde gemeente-ontvanger, dhr. A.A. Nieuwkamp, trekt zich terug uit zijn functie. Op 9 april 1898 wordt dhr. A.N.J. van Rossem benoemd. Hij was voordien ambtenaar ter secretarie te Monster.

En dan is het zover, Burggraaf moet voor de rechter verschijnen.

5 juli 1898
De van verduistering verdachte gemeente-ontvanger D. Burggraaf stond gisteren voor de Utrechtsche Rechtbank terecht, waarbij het Baarnsche publiek groote belangstelling toonde. Als beklaagdes verdediger trad op mr. Kappeyne v.d. Coppello. De aanklacht loopt over 3 punten: verduistering van gelden (f 2400 ongeveer), van de ontvangsten van de hoofdelijken omslag, f 9900 van ontvangen begrafenisrechten, en f 250 van ontvangen huur. 
De beklaagde bleef ook ter terechtzitting ontkennen wat hem ten laste werd gelegd. Hij houdt vol dat het vermiste geld door een insluiper is ontvreemd. Uit het verhoor van een 13 tal getuigen bleek, met name uit de verklaringen van burgemeester d'Aulnis en de wethouder Jhr. Beijma, dat er met de gemeenteadministratie door den ontvanger wonderlijk werd omgesprongen. Verschillende registers, waaruit de beklaagde werkte, waren hem wel van gemeentewege verstrekt, maar waren niet door den burgemeester geparafeerd, althans niet door de vorige (inmiddels overleden) burgemeester. Het niet dadelijk boeken van ontvangen gelden schreef beklaagde toe aan sleur, gewoonte. Burggraaf toonde bij kasopneming aan B. en W. telkens maar een halve kas. Burggraaf verklaarde dat eenvoudig een vorm te achten. De f 9900 aan begrafenisrechten zijn ontvangen, en heeft hij in kas gehad. Hier was echter de inbreker in het spel. Ook in de uitbetaling van salaris aan sommige beambten deed de ontvanger heel wonderlijk. Bij betaling van den eersten kwartaaltermijnsalaris liet hij tekenen voor het gehele jaar. Andere beambten konden hun salaris niet op tijd krijgen.
Burggraaf verklaarde dat omtrent zijn levenswijze, uitgaven beneden zijn inkomsten bleven. Die bedroegen f 1500.

8 juli 1898
Het Openbaar Ministerie bij de rechtbank te Utrecht eischte gister tegen den gewezen gemeente-ontvanger van Baarn, D. Burggraaf, twee jaar gevangenisstraf. De verdediger pleitte vrijspraak. Hij bestreed dat er verduistering zou zijn gepleegd. Er is zijns inziens onjuiste boeking, maar geen opzet tot vervalsching. Voorts wees pleiter op het gunstige verleden van de beklaagde. Uitspraak over 8 dagen.

Tja, nu gaat het er om spannen bij Burggraaf. Op 16 juli volgt de uitspraak.

16 juli 1898
De Arr. Rechtbank te Utrecht heeft niet bewezen geacht dat de gewezen gemeente-ontvanger van Baarn, D. Burggraaf, zich aan verduistering heeft schuldig gemaakt en hem daarom vrijgesproken. Groote slordigheid achtte zij aanwezig, maar geen kwade trouw.

Dat moet een opluchting geweest zijn voor Dirk Burggraaf. Slordig, maar niet schuldig aan verduistering! Toch was zijn carrière in Baarn voorbij. Zijn naam was besmeurd.  Terugkeren in zijn functie was er niet meer bij. Sterker nog: In februari 1899 wendt hij zich tot de Raad om te verzoeken pensioen te mogen ontvangen. Hij heeft immers meer dan 25 jaar dienst gehad. De Raad was onverbiddelijk. Zonder enige beraadslaging werd het verzoek met algemene stemmen verworpen. In 1902 verhuist Dirk Burggraaf voor korte tijd naar Rotterdam. Hetzelfde jaar verhuist hij naar Loosdrecht. Op 19 april 1927 overleed Dirk Burggraaf in Maarn.


Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter.