zaterdag 7 januari 2017

Eemwijk

door Frans Wellink

Over huize Eemwijk is in de loop der jaren veel zinnigs en ook wel onzinnigs geschreven. In het door de heer T. Pluim in 1932 geschreven boek ”Uit de geschiedenis van Baarn”  wordt zeer summier over de geschiedenis van Eemwijk verhaald. In het in 1999 door de Historische Kring Baerne uitgegeven boek “Van Baerne tot Baarn” wordt de geschiedenis iets uitvoeriger beschreven. Zelf heb ik de geschiedenis uitgeplozen en beschreven in een album, verzameld met authentieke stukken zoals oude koopakten, tekeningen, rekeningen, foto’s, enz. Dit album heb ik uitgeleend aan een der latere bewoners en is niet meer te achterhalen. Dit houdt voor mij in: helaas foetsie. Degene die dit album in zijn bezit heeft, zou mij een groot plezier doen het mij terug te bezorgen.

Hierbij enkele aanvullingen mijnerzijds op hetgeen is vermeld in o.a. het Groene Graf, de Baarnse Courant en in de hierboven genoemde boeken. Het meest wat ik beschrijf is deels uit mijn geheugen en betreft de periode 1938-1973.



Schuin voor langs de voorkant van Eemwijk liep een weggetje, genaamd Achterweg, de polder in om na enige honderden meters met een haakse bocht richting Weteringstraat te gaan. In die dagen was de polder aldaar verdeeld in vele kleine perceeltjes, waarin de Baarnse boeren hun vee hadden lopen. In de zomer best een druk weggetje als de boeren gingen melken, bemesten en hooien.
Bij een te verwachte uitbreiding van het koningshuis stonden in een der weilanden (zie kruisje kaart) een stel kanonnen opgesteld die dan saluutschoten ten beste gaven.
101 Schoten bij de geboorte van een prins en 51 bij de geboorte van een prinses. In 1938 werden er dus 51 afgevuurd ter gelegenheid van de geboorte van prinses Beatrix. Ik kan mij niet herinneren of bij de geboorte van prinses Irene saluutschoten gelost werden i.v.m. de mobilisatie. In 1947 herhaalde het kanonnen-schouwspel zich bij de geboorte van prinses  Marijke.  (In 1983 werden dat 101 saluutschoten voor zowel de mannelijke als de vrouwelijke nazaten van het koninklijk huis.)


Achter Eemwijk was een grote sier/moestuin  met kassen zoals dat voorheen bij de status van een landhuis hoorde. In deze verwaarloosde kassen (1945-1946) groeiden druiven. Als snotjochie ging ik daar druiven uit de kas “verzamelen ten eigen genoegen”, met mijn toenmalig vriendje Martien Brey.

Eemwijk werd tot 1948 bewoond door mevrouw mevr. L.I. Stracké-Struben. In dit jaar is zij overleden. Mevr. Kooiman en haar zoon Hein en dochter Mieneke woonden bij haar “in”.
Mevr. Kooiman verzorgde mevr. Stracké in haar laatste levensjaren. De gemeente Baarn kocht van de erfgenamen Stracké de villa met onderliggende gronden en stalgebouw.
Ik denk dat de gemeente Eemwijk wilde afbreken. Zeer zeker het stalgebouw, aangezien de Kerkstraat ter hoogte van dit stalgebouw zeer smal was en verbreding gewenst was. Het ging de gemeente om de onderliggende grond, aangezien ze voornemens waren in de achterliggende polder woningbouw te plegen.

Mijn vader huurde per 1 September 1949 de bovenverdieping van Eemwijk van  de gemeente Baarn, nadat het door de gemeente bewoonbaar gemaakt was voor de bewoning van twee gezinnen voor het kapitale bedrag van fl. 65.-- per maand, plus de 1500 m2 achterliggende grond voor fl. 52.-- per jaar.
De eerder genoemde fam. Kooiman bewoonde het souterrain voor fl. 5,50 per week. Het koetshuis werd verhuurd voor fl. 5.- per week.

Notulen gemeenteraad 10 oktober 1949

De uitgewoonde villa was zwaar verwaarloosd, de klimop groeide in het salon, de daken lekten als een mandje. Mijn vader spendeerde veel geld aan het bewoonbaar maken van het (huur)pand.  Met name het wind en regendicht maken van de ramen, het dichten van de daken en goten. De klimop werd van de muren verwijderd, de tuin enigszins op orde gebracht. Tevens werd er een nieuwe voordeur in aangebracht.
De tuin achter Eemwijk was een ware speeltuin voor mijn zussen Ankie en Yvonne. Vooral voor mijn zus Ankie met haar geitenbok en kippen.  Ook het kalf “Sjors” van boer Paridon, welk dier aldaar geweid werd, had haar belangstelling. Ruimte genoeg, je keek bij helder weer tot aan het IJsselmeer.





Vaag op de foto is het verenigingsgebouw van een voetbalclub nog te zien. Na het plaatsen van dit gebouwtje stoorde onze overbuur-(me)vrouw  zich nogal aan dit gebouw. Zij vond dat het bouwwerk haar uitzicht bedierf.
Zij betaalde enig geld en het gebouw werd verplaatst, zoveel mogelijk uit haar zicht.  Dit geld had ze beter in de zak kunnen houden, aangezien na enige jaren deze polder volgebouwd werd.


Fam. Kooiman verliet Eemwijk in 1950 en hun plaats werd ingenomen door familie Van Veen. De exploitatie van Eemwijk kostte de gemeente fl. 1.340.—per jaar, reden dat ze van Eemwijk af wilde. Bovendien wilden de gemeente de Kerkstraat verbreden, hiertoe moest onder andere het koetshuis, de naastgelegen boerderij van Haarman en het tolhuisje afgebroken worden.

Foto’s boven: Kerkstraat, boerderij Haarman, het koetshuis en koetsierswoning later beeldhouwerij.
Op de achtergrond boven het dak van het koetshuis zijn de schoorstenen van Eemwijk zichtbaar.

Boer Haarman verhuisde met zijn melkerij naar de nieuw ingerichte Noordoostpolder aangezien hij niet uitbreiden kon vanwege deze voorgenomen woningbouw.

Er waren al meerdere malen ongelukken en bijna ongelukken gebeurd op het kruispunt Kerkstraat - Eemweg . In 1951 overkwam  mij dit ook met mijn wegluisje, zoals mijn Fiat Topolino genoemd werd.  (zie krantenknipsel hiernaast)

Medio 1954 kon mijn vader Eemwijk kopen voor f. 21.000.- zonder de (gehuurde) achtertuin, de onderbewoners en de grond waar het verwaarloosde stalgebouw op stond.  De prijs voor de villa was niet al te hoog, maar er moet wel in ogenschouw genomen worden dat er door mijn vader al veel gerepareerd en verbouwd was en dat er nog veel geld in de restauratie gestoken moest worden.
Een deel van de aankoopprijs bestond uit de verplichting dat mijn vader het stalgebouw op zijn kosten moest afbreken (sloopkosten geschat door de gemeente op f. 2.000.--).
Aardig in dit verband is het verhaal van de afbraak van dit stalgebouw.



1949. De luiken voor de ramen waren opgeslagen in het souterrain.
Het was een kostbare zaak om deze luiken weer te laten herstellen en schilderen.

Er werd door mijn vader een sloper verzocht om hem opgave te doen wat de afbraak kostte. De man noemde een bedrag van fl. 2.000.--. Vader begreep dat de afbraak hem fl. 2.000,- zou moeten kosten. Als goed handelaar viel hem dit bedrag natuurlijk tegen. Na enig geharrewar noemde de man een bedrag van fl. 2.500.-.  Toen pas begreep mijn vader dat de sloper dit bedrag toe wilde betalen. Later bleek ons dat de vloer uit gele steentjes en de muren uit Utrechtse handvormsteentjes bestonden, deze steentjes waren in die tijd erg geliefd om een toog te maken in bestaande huizen met kamer en suite . Wekenlang hebben oudere mannen daar de steentjes zitten bikken. Op de vrijgekomen grond werd een villa gebouwd voor de familie Hummel.

In Eemwijk werd na de koop in 1954 in het souterrain (de benedenverdieping) aan de linker voorzijde een kantoor gevestigd.  De boekhouding, verkoop, inkoop en planning werden hier verricht voor de slachterijen op het slachthuis te Baarn, Dinxperlo (opgericht in1951) en Rheden (opgericht in 1954).
Varkenshandelaren werden hier uitbetaald, de geldlopers rekenden er af. Aan de rechterzijde (de voormalige keuken) was de opslag van goederen t.b.v. de slachterijen, zoals touw, papier, messen, enz.., tevens het archief. In dit kantoor werkten behalve mijn vader een boekhouder, twee kantoordames en twee invalkrachten. Het woongedeelte bleef gehuisvest op de eerste verdieping.

Zelfs Jaap de Ruig versleet zijn penselen om de schoonheid van het huis vast te leggen op het doek.

De bewoners van Eemwijk in 1955, het 25-jarig huwelijk op 26-06-1955 van W.Th. Wellink en J.P.C. van der Zijden
Zittend: W.Th. Wellink, J.P.C. Wellink-van der Zijden, zoon Frans. Staand: dochters Willy, Yvonne, Lous, Ankie en Connie.
De villa was een uitstekend decor om de trouwgezelschappen vast te leggen op de dag  van het huwelijk van twee mijner zusters.

Huwelijk van Lous Wellink en Jaques Litjens in 1957

Huwelijk van Ankie Wellink en Frans Adolfse in 1965

Mijn ouders wilden de villa weer de uitstraling van voorheen geven. Hiertoe liet mijn vader de buitenkant tip-top schilderen, de opgeslagen luiken restaureren  en weer aanbrengen en mijn moeder liet de tuin met bloembordessen en perken uitrusten. Voor de bovenramen werden bloembakken geplaatst. De villa werd een veel gefotografeerd huis, bovendien een waardig entree van Baarn in die dagen. Jammer dat de historische woning nu verstopt is achter een hoge heg en bomen.



Nog een anecdote. Vader had een terrasje laten bouwen naast de serre aan de voorkant van het huis.
Lekker in het zonnetje. Mijn moeder had een grijze roodstaart-papegaai die ze bij vader zette als hij op zijn terrasje ging zitten. Deze papegaai floot als een jonge vent, vooral naar passerende Bunschotervrouwen die toen nog “in het pak” op de fiets langs kwamen op weg naar hun werk als werkster bij Baarnse families. Vader had niets in de gaten, de vrouwen wel. Zij dachten het zijne ervan.

In 1964 overleed vader. Mijn moeder bleef met haar jongste dochter in Eemwijk wonen. Tot 1 October 1972 bleef het kantoor in Eemwijk gevestigd. De slachterij en het kantoor in Baarn werden op die datum opgeheven en overgebracht naar de vestiging in Arnhem. In 1972 verhuisde mijn moeder naar een appartement in Brinkendael. Eemwijk werd verkocht voor fl. 172.000.— (incl. stoffering) aan de familie Tholen.

Binnenkort: Eemwijk en Stracké

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. 
Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Raakt u geïnspireerd door onze verhalen over oud Baarn? 
Kom in actie en schrijf ook uw verhaal voor onze weblog.